OSCILLATORS:
Oscillatoren bewegen zich tussen twee waarden, bijvoorbeeld tussen de 0 en 100. Met oscillatoren kan worden bepaald of iets overbought of oversold is (wat betekent dat de prijs onterecht hoog of onterecht laag is)en kan er geanticipeerd worden op mogelijke veranderingen in de trend. Wanneer de waarde van de oscillator de bovenste waarde nadert betekent dit dat het aandeel overbought is, als het het onderste waarde nadert word dit beschouwd als oversold. Ze helpen bij het identificeren van koop- en verkooppunten in vlakke markten, maar geven voortijdige en onduidelijke signalen wanneer een trend begint. Het zijn leading indicators ofwel anticiperende indicatoren en geven dus vaak signalen af voordat de prijs dat doet.

Een andere manier om oscillatoren te gebruiken is door te zoeken naar verschillen tussen de prijsactie en de oscillator, divergences genoemd. Divergence betekent in het nederlands afwijking of verschil. Om de afwijking te vinden, kijk je naar de prijsactie van de grafiek en die vergelijk je met de oscillator, het maakt niet uit welke oscillator je gebruikt. Normaal gesproken gaan de prijs en de oscillator dezelfde richting op, als de prijs een hogere piek vormt dan doet de oscillator het ook, en als de prijs een lager dal vormt dan doet de oscillator het ook. Als dit niet gebeurt dan is er sprake van een divergence.
- Bullish Divergence: treedt op wanneer de prijs daalt naar lagere dieptepunten, terwijl de oscillator hogere pieken vormt. Dit kan worden gezien als een teken dat de bulls sterker worden en dat de prijs mogelijk een opwaartse trend gaat beginnen.
- Bearish Divergence: bij deze afwijking stijgt de prijs naar een nieuwe hoogtepunten, terwijl de oscillator weigert nieuwe pieken te vormen. In deze situatie verliezen de bulls hun grip op de markt en wordt er mogelijk een neerwaartse trend ingezet.
